Kaas … Hmmmmmmm… lekker! Tijdens de feestdagen speelt kaas vaak de hoofdrol op tafel. We gaan gezellig gourmetten met de vlezekes op de grill en de kaas in de pannetjes, of we doppen onze vleesbrokjes in een smeuïge kaasfondue. En ook als dessert wordt kaas regelmatig gebruikt, met bijvoorbeeld een assortiment aan confituren en een lekker glaasje wijn. Maar wanneer je in de winkel staat om je kazenassortiment aan te schaffen, zie je steeds dat cijfertje 20+, 30+ of 40+ terugkomen. Wat wilt dat nu zeggen?

Er wordt vaak gedacht dat de getallen met het plusje wijzen op het vetgehalte per 100 gram van de kaas. Maar dit is niet helemaal correct. Het plusje wijst eigenlijk op het percentage vet op de droge stof, ofwel de hoeveelheid die overblijft wanneer we al het vocht van de kaas onttrekken. Een kaas met het cijfer 30+ heeft een vetgehalte van 30% op 100 gram droge stof.
Kazen met minder dan 20 gram vet per 100 gram kaas zijn mager. Voorbeelden zijn mozzarella, cottage cheese, ricotta, platte kaas, verse geitenkaas, …
Hoe harder de kaas, hoe langer deze gerijpt heeft en hoe minder vocht deze kaas bevat. Deze hebben dus een hoger vetpercentage.
Vond je deze blog interessant? Geef hem dan zeker een hartje. Dit motiveert ons om nog meer leuke blogs voor jullie te maken :)
Nog meer wist-je-datjes, tricks en tips nodig? Volg ons dan zeker op Instagram en Facebook
Comments